© Sofhie Legein - Lokaal Bestuur Koksijde
©SFHLGN
11 min
video
De moderne herwaardering van het eeuwenoude vak van paardenvisser
Ambachtelijk erfgoed
Maaike de Reuver Nina Slagmolen Xiao Er Kong
Lokaal, ambachtelijk en in harmonie met de natuur; het klinkt als de foodproducent van de toekomst die rekening houdt met de grenzen van onze planeet. Maar de paardenvissers in het Belgische Oostduinkerke werken al eeuwenlang volgens deze filosofie. Mannen en vrouwen trekken er op paarden door de zee om garnalen te vissen. Het ambacht is door Unesco opgenomen als Immaterieel Cultureel Erfgoed van de mensheid.
De traditie van het paardenvissen (in oud-Nederlands overigens officieel geschreven als 'paardevissen') gaat ruim 500 jaar terug. Op de stranden van België, Frankrijk, Engeland en Nederland trokken boeren met hun dieren de zee in om met de vangst iets bij te verdienen. Anno 2021 is het Belgische Oostduinkerke de enige plaats ter wereld waar de visserij te paard nog wordt beoefend. In Oostduinkerke zijn nog 16 paardenvissers actief; 14 mannen en 2 vrouwen. Het vakmanschap wordt veelal overgedragen van generatie op generatie.
©SFHLGN
Lokale familietraditie
Het vissen gebeurt bij laag water, dan is de stroming minder sterk dan bij hoog water waardoor het voor de paarden gemakkelijker is om zich door het water te bewegen. Er wordt gevist van twee uur voor laagtij tot twee uur erna. Om het half uur wordt het vissen onderbroken om op het strand de netten te legen en de vangst te zeven. Er wordt voornamelijk gevist naar garnalen. In de kust voor Oostduinkerke komt de grijze garnaal, de crangon crangon, veelvuldig voor. Per keer vangt een visser gemiddeld zo’n vijf kilo garnalen. De vangst dient louter voor eigen consumptie. Een erkende paardenvisser is dan ook verplicht om in huis een plek te hebben – een stoof, aldus het regelement – waar de garnalen bereid kunnen worden. De garnalen worden gekookt in zoet water, waarna ze door de visser en familie en vrienden worden gegeten. Het is niet de bedoeling om de gevangen garnalen commercieel te verhandelen.
Hoe word je paardenvisser?
Er bestaat een borgingscomité dat nieuwe ambachtslieden kan erkennen. Daarvoor dient de paardenvisser in spé eerst een opleiding van twee jaar te volgen en een theoretisch en praktisch examen af te leggen. Ook moet een erkend paardenvisser in het bezit zijn van een eigen paard, en een officieel erkende uitrusting. ‘De beslissing om garnaalvisser te paard te worden, is een grote verantwoordelijkheid. Omdat men werkt met getrainde dieren en dit op een openbare plaats waar veel mensen en kinderen vertoeven, is het aangeraden een verhoogde controle uit te voeren op de beoefenaars van het ambacht’, aldus het regelement voor aanstelling van gemeentelijk erkende garnaalvisser te paard in Oostduinkerke.
©SFHLGN
11 min
De moderne herwaardering van het eeuwenoude vak van paardenvisser
Ambachtelijk erfgoed
Maaike de Reuver Nina Slagmolen
Xiao Er Kong
Lokaal, ambachtelijk en in harmonie met de natuur; het klinkt als de foodproducent van de toekomst die rekening houdt met de grenzen van onze planeet. Maar de paardenvissers in het Belgische Oostduinkerke werken al eeuwenlang volgens deze filosofie. Mannen en vrouwen trekken er op paarden door de zee om garnalen te vissen. Het ambacht is door Unesco opgenomen als Immaterieel Cultureel Erfgoed van de mensheid.
De traditie van het paardenvissen (in oud-Nederlands overigens officieel geschreven als 'paardevissen') gaat ruim 500 jaar terug. Op de stranden van België, Frankrijk, Engeland en Nederland trokken boeren met hun dieren de zee in om met de vangst iets bij te verdienen. Anno 2021 is het Belgische Oostduinkerke de enige plaats ter wereld waar de visserij te paard nog wordt beoefend. In Oostduinkerke zijn nog 16 paardenvissers actief; 14 mannen en 2 vrouwen. Het vakmanschap wordt veelal overgedragen van generatie op generatie.
©SFHLGN
Lokale familietraditie
Het vissen gebeurt bij laag water, dan is de stroming minder sterk dan bij hoog water waardoor het voor de paarden gemakkelijker is om zich door het water te bewegen. Er wordt gevist van twee uur voor laagtij tot twee uur erna. Om het half uur wordt het vissen onderbroken om op het strand de netten te legen en de vangst te zeven. Er wordt voornamelijk gevist naar garnalen. In de kust voor Oostduinkerke komt de grijze garnaal, de crangon crangon, veelvuldig voor. Per keer vangt een visser gemiddeld zo’n vijf kilo garnalen. De vangst dient louter voor eigen consumptie. Een erkende paardenvisser is dan ook verplicht om in huis een plek te hebben – een stoof, aldus het regelement – waar de garnalen bereid kunnen worden. De garnalen worden gekookt in zoet water, waarna ze door de visser en familie en vrienden worden gegeten. Het is niet de bedoeling om de gevangen garnalen commercieel te verhandelen.
Paard, visser en garnalen
Het vissen naar garnalen met paard en sleepnet gebeurt in ondiepe wateren en is alleen mogelijk op een vlakke kustlijn. Dat is ook de biotoop waar de grijze garnaal, crangon crangon, talrijk voorkomt. Oostduinkerke beschikt over een dergelijke kustlijn, en is voor het paardenvisser daarnaast een ideale locatie omdat het strand geen golfbrekers of andere hindernissen bevat die gevaarlijk kunnen zijn voor paard of visser.
Hoe word je paardenvisser?
Er bestaat een borgingscomité dat nieuwe ambachtslieden kan erkennen. Daarvoor dient de paardenvisser in spé eerst een opleiding van twee jaar te volgen en een theoretisch en praktisch examen af te leggen. Ook moet een erkend paardenvisser in het bezit zijn van een eigen paard, en een officieel erkende uitrusting. ‘De beslissing om garnaalvisser te paard te worden, is een grote verantwoordelijkheid. Omdat men werkt met getrainde dieren en dit op een openbare plaats waar veel mensen en kinderen vertoeven, is het aangeraden een verhoogde controle uit te voeren op de beoefenaars van het ambacht’, aldus het regelement voor aanstelling van gemeentelijk erkende garnaalvisser te paard in Oostduinkerke.
© Sofhie Legein - Lokaal Bestuur Koksijde